De programmatie van centra voor dagverzorging

Om een voorafgaande vergunning voor een centrum voor dagverzorging te krijgen, moet er voldoende ruimte zijn in de programmatie. Dat hangt af van de programmacijfers en de evaluatiecriteria.

Er is één gezamenlijke programmatie voor de centra voor dagverzorging, de centra voor dagopvang en de centra voor dagverzorging voor personen die lijden aan een ernstige ziekte. 

De programmatie per gemeente

U kan via het generieke e-mailadres ouderenzorg@vlaanderen.be een geactualiseerd overzicht vragen waarin u kan nagaan hoeveel centra voor dagverzorging er erkend of gepland zijn in uw gemeente, en hoeveel plaatsen er maximaal kunnen zijn (het programmacijfer) en of hier nog vrije ruimte is.

Bijkomende opnamemogelijkheden in het programmacijfer voor de volgende jaren kunnen pas effectief opgevraagd worden vanaf 2 januari van dat jaar, rekening houdend met de beschikbare ruimte binnen de programmatie op dat ogenblik. 

Hoe berekenen we de programmatiecijfers?

Jaarlijks berekent het Departement Zorg de programmacijfers:

• 0,1 centrum per 3.000 ouderen van de leeftijdsgroep van 65 tot en met 69 jaar;
• 0,4 centrum per 3.000 ouderen van de leeftijdsgroep van 70 tot en met 79 jaar;
• 0,8 centrum per 3.000 ouderen van de leeftijdsgroep van 80 tot en met 89 jaar;  
• 1,5 centrum per 3.000 ouderen van de leeftijdsgroep vanaf 90 jaar;
• Minstens één centrum voor dagverzorging of centrum voor dagopvang per gemeente. In gemeenten waar het programmacijfer hoger is dan één en indien het programmacijfer het toelaat, wordt voorzien in minstens één centrum voor dagverzorging en minstens één centrum voor dagopvang.

We nemen voor de berekening de bevolkingsprojecties voor het 5de jaar dat volgt op het jaar van de aanvraag van de voorafgaande vergunning. 

De evaluatiecriteria omvatten:

• De verhouding van het totale aantal vooraf vergunde en gerealiseerde centra tot het programmacijfer voor de regio;
• Het huidige of toekomstige profiel van het centrum;
• De inhoud van het verslag van de initiatiefnemer waaruit blijkt dat het initiatief inspeelt op de noden van het beoogde werkingsgebied en op de lokale beleidsintenties;
• De visie op verblijven, leven en zorg- en ondersteuning in het centrum;
• De verwachte rentabiliteit en prijszetting;
• De professionele kwaliteitsgaranties van de initiatiefnemer.