Diagnostiek
zie ook flowchart consensusdocument
Symptomen
Klinische symptomen:
In aanwezigheid van een urinaire katheter zullen de typische klinische (urinaire) symptomen vaak ontbreken of zich anders presenteren:
Recent ontstane suprapubische pijn/gevoeligheid of flankpijn
Purulente afscheiding (urethraal en/of in de leiding)
(toegenomen dysurie)
(toegenomen pollakisurie)
(toegenomen mictiedrang)
(toegenomen urine-incontinentie)
Systemische symptomen:
Infectie-suggestieve symptomen:
Koorts (≥ 38°C) of hypothermie (< 35°C)
Koude rillingen
Atypische minder suggestieve symptomen:
Duidelijk delier
(toegenomen) agitatie
Algemene malaise of verzwakking
Macroscopische hematurie
Denk aan een UWI bij patiënten met een urinaire verblijfskatheter bij minstens één systemisch of urinair symptoom. Bij een patiënt met een urinaire verblijfskatheter is de aanwezigheid van geur of troebelheid zonder andere symptomen geen teken van infectie en dus geen indicatie om een cultuur af te nemen of een behandeling te starten.
Overweeg ook steeds andere oorzaken!
Staalafname bij aanwezigheid van een urinaire katheter
Staalafname wordt steeds gedaan via het staalafnamepunt van de urinecollector, altijd na het vervangen van zowel de katheter als de urinecollector. Bij een nieuwe katheter en nieuwe urinecollector zijn er geen pathogene micro-organismen aanwezig in de katheter/urinecollector, waardoor een correct staal kan afgenomen worden.
In uitzonderlijke gevallen (bij afwezigheid van een urinecollector met staalafnamepunt), kan staalafname via de aftapkraan van de urinecollector gebeuren, kort na het wisselen van de katheter.
Gebruik altijd een steriel recipiënt om de urine in op te vangen.
Het gebruik van een urinedipstick is nooit zinvol bij patiënten met een urinaire katheter.
Bewaring van het urinestaal
- Laat het staal onmiddellijke ophalen en verwerken door het laboratorium (max. 2u bij kamertemperatuur).
- Indien nodig, kan het staal tot 24 uur bewaard worden op 2-8°C totdat het laboratorium het ophaalt.
- In boorzuurtubes kan het staal maximaal 24 uur bij kamertemperatuur bewaard worden tot het laboratorium het staal komt ophalen.
Het aanvraagformulier moet correct en volledig ingevuld worden:
- Naam, geboortedatum
- Indicatie, antibioticagebruik, geplande urologische ingreep (Trans Urethrale Resectie Tumor/Prostaat (TURT/TURP), prostaatbiopsie (PB))
- Methode van staalafname en dag/uur
- Uit te voeren analyse
- Gegevens aanvragende arts
Controleer ten slotte elke dag of de katheter nog nodig is.
- Als er geen indicatie is voor het behoud van de katheter, neem dan een midstream urinestaal in een steriel recipiënt, na een intiem toilet.
- Indien de katheter moet blijven, neem dan een urinestaal via het staalafnamepunt na het vervangen van zowel de katheter als de urinecollector. De urine moet steeds in een steriel recipiënt worden opgevangen.
- Uitzonderlijk kan een staalafname via de aftapkraan van de urinecollector gedaan worden als er geen urinecollector met staalafnamepunt voorhanden is. De urine wordt dan vlak na de wissel opgevangen in een steriel recipiënt.