Infrastructuur

Hoeveel bedraagt het infrastructuurforfait?

Hoe berekent het VIPA het jaarlijks bedrag van het infrastructuurforfait?

  • In het jaar van ingebruikname en het daaropvolgende jaar wordt het infrastructuurforfait van een capaciteitseenheid vastgesteld o.b.v. 90% van de maximale capaciteit zoals vermeld in het akkoord infrastructuurforfait en volgens de doelgroep van groep 2 ingeval van verblijfsfuncties en groep 5 ingeval van dagbesteding.

  • Als de aanvrager kan aantonen dat de effectieve bezetting hoger ligt (door een hogere bezettingsgraad dan de aangenomen 90%, of een bezetting door een zwaardere zorggroep) via de berekening van het geaggregeerd infrastructuurforfait, kan het VIPA het jaar volgend daarop een supplement bepalen.

  • In het 2e jaar dat volgt op het jaar van ingebruikname wordt het infrastructuurforfait berekend op basis van de bezettingsfoto van het jaar voordien. Hiervoor moet u jaarlijks, uiterlijk op 31 januari, aan het VAPH een verslag over het gebruik in het voorafgaande kalenderjaar van de infrastructuur waarvoor een akkoord infrastructuurforfait werd verleend bezorgen.

  • Voor de opmaak van het verslag worden gebruikers ingedeeld in zorggroepen op basis van de tabel die is opgenomen in bijlage 2 van het besluit.
    Het verslag geeft per zorggroep het aantal bezettingsdagen weer.
Woon- en dagondersteuningP1P2P3P4P5P6P7
B1    31 of 21 of 2
B2    31 of 21 of 2
B3  3331 of 21 of 2
B4  3331 of 21 of 2
B533331 of 21 of 21 of 2
B61 of 21 of 21 of 21 of 21 of 21 of 21 of 2
Rolstoelafhankelijk in huis1 of 2
Alleen dagondersteuningP1P2P3P4P5P6P7
B1    544
B2    544
B3  55544
B4  55544
B55555444
B64444444
Rolstoelafhankelijk in huis4
  • Jaarlijks kunnen per zorggebruiker maximaal 220 bezettingsdagen en in totaal maximaal het aantal capaciteitseenheden vermenigvuldigd met 220 bezettingsdagen in aanmerking worden genomen. Als de capaciteitseenheden in het voorafgaande kalenderjaar door gebruikers van verschillende zorggroepen werden gebruikt, wordt dat aantal proportioneel verdeeld over de verschillende zorggroepen. In het jaar van de ingebruikname van capaciteitseenheden wordt het maximale aantal in aanmerking te nemen bezettingsdagen proportioneel verminderd.

  • Bij overlijden of uitstroom van een gebruiker met een persoonsvolgend budget kan de capaciteitseenheid nog maximaal twee maanden als bezet door de uitgestroomde gebruiker opgenomen worden, waarbij dubbele bezetting wordt uitgesloten.

Bepaling van de deelforfaits

  • Voor gebruikers met woonondersteuning kan het infrastructuurforfait bestaan uit een deelforfait woonondersteuning en een deelforfait collectieve en ondersteunende zorglokalen.

  • Voor gebruikers met alleen dagondersteuning bestaat het infrastructuurforfait uit een deelforfait dagbesteding. De voormelde forfaits worden toegekend per bezettingsdag per gebruiker.

  • De bepaling van de deelforfaits vindt u terug bij samenstelling dossier akkoord infrastructuurforfait, punt oppervlakteoverzichten.

  • Het deelforfait woonondersteuning wordt toegekend als de capaciteitseenheid een aangepaste woning omvat.

  • Het deelforfait collectieve en ondersteunende zorglokalen wordt toegekend in de volgende gevallen:

    • 1° de capaciteitseenheid omvat naast de aangepaste woning ook de nodige ruimte voor activiteiten en therapie, aangepast aan de (zorg)behoeften van de gebruiker, waarbij de totale netto-oppervlakte van de capaciteitseenheid ten minste 45 m² bedraagt;

    • 2° als het project de collectieve en ondersteunende zorglokalen omvat voor gebruikers zonder hun aangepaste woning, kan voor die gebruikers een deelforfait collectieve en ondersteunende zorglokalen worden opgestart. Op dat deelforfait wordt de verhouding toegepast van de oppervlakte van collectieve en ondersteunende zorglokalen van het project, ten opzichte van het aanvaarde aandeel aan collectieve en ondersteunende zorglokalen voor het aantal gebruikers. Dat aanvaarde aandeel wordt vastgesteld op 15 m² netto-oppervlakte per gebruiker.

  • Het forfait dagbesteding wordt toegekend als het project ten minste 15 m² netto-oppervlakte voor de capaciteitseenheid omvat.
    Als er per gebruiker minder netto-oppervlakte wordt gerealiseerd, wordt een verlaagd forfait bepaald op basis van de verhouding van de gerealiseerde oppervlakte ten opzichte van de oppervlakte, vermeld in het eerste lid.

  • Voor gebruikers van rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning wordt het infrastructuurforfait vastgesteld op basis van het maximale aantal in aanmerking te nemen bezettingsdagen voor verblijf, conform artikel 1, 7, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap, vermeld in artikel 21, vierde lid, door een gebruiker die behoort tot zorggroep 2.

Sector(en)
Gehandicaptenzorg