Persoonlijke hygiëne (VAPH)
Persoonlijke hygiëne is een cruciaal aspect van het dagelijks leven, zowel voor de gebruiker als voor de verzorger. Het gaat niet alleen om het behouden van een schoon en verzorgd uiterlijk, maar ook om het voorkomen van infecties en het bevorderen van de algehele gezondheid en welzijn. In dit hoofdstuk zullen we de belangrijkste principes van persoonlijke hygiëne bespreken voor de medewerker. Voor de gebruiker wordt verwezen naar het specifieke hoofdstuk infectiepreventie voor de gebruiker.
Werkkledij
De Codex welzijn op het werk bepaalt de regels voor het dragen van werkkleding. Dit kan een overall zijn of een pak bestaande uit een broek en jas. Het doel is om te voorkomen dat de werknemer vuil of besmet raakt door zijn werk. In de zorg komen we bij handelingen in contact met lichaamsvochten van gebruikers. Daarom moet de werkgever werkkleding aanbieden aan zijn medewerkers.
Aan de hand van een risico-analyse, opgemaakt door de werkgever, moet worden bepaald wanneer er werkkledij moet gedragen worden.
Mate van zorgzwaarte van de handeling | |||
Laag risico op bevuiling met lichaamsvochten | Matig/hoog risico op bevuiling met lichaamsvochten | ||
Grootte van de instelling | <50 werknemers | Eigen kledij mits voldaan aan minimale voorwaarden | Schort met korte mouwen aangewezen |
50-100 werknemers | Eigen kledij mits voldaan aan minimale voorwaarden | Schort met korte mouwen aangewezen | |
100-150 werknemers | Eigen kledij mits voldaan aan minimale voorwaarden | Volledige werkkledij aangewezen | |
>150 werknemers | Schort met korte mouwen aangewezen | Volledige werkkledij aangewezen |
Eigen kledij moet wel voldoen aan een aantal minimale voorwaarden:
- Dagelijkse verversing
- Mogelijkheid tot vervangen bij zichtbare bevuiling gedurende de dag
- Een tweede set moet aanwezig zijn in de instelling waarvoor de medewerker verantwoordelijk is
- Korte mouwen
- Geen loshangende koorden, sjaals, borduursels, etc.
- Wasbaar op 60C of wasbaar op 40°C en te strijken
Haren, oorbellen en piercings
Bind je haren samen zodat ze niet op je werkkleding hangen. Zo voorkom je dat ze in aanraking komen met de cliënt. Zorg voor een verzorgde, kortgeschoren baard die geen haren verliest in de zorgomgeving.
Als het is toegestaan, kun je een hoofddoek dragen, zolang deze niet los over je bovenkleding hangt.
Zorg ervoor dat piercings, oorbellen en kettingen niet in contact komen met de cliënt. Deze kunnen namelijk ziektekiemen overdragen en (bij uitstekende piercings) de huid van de gebruiker verwonden.
Materiaal en voeding
Computers, DECT-telefoons en smartphones zijn overal in de instellingen. Deze apparaten kunnen echter ziektekiemen verspreiden. Als medewerker kun je deze apparaten besmetten of zelf besmet raken via deze voorwerpen. Maak daarom, naast algemene schoonmaakschema’s, ook schema’s voor het schoonmaken van gedeelde apparatuur. Zo worden deze vaak vergeten materialen ook schoongemaakt.
Algemene principes:
- Maak duidelijke schoonmaakschema's voor gedeelde apparatuur. Dit omvat materialen, frequentie en verantwoordelijkheden.
- Desinfecteer niet als reinigen voldoende is.
- Reinig altijd van schoon naar vuil.
- Reinig waar mogelijk van boven naar beneden.
- Als desinfectie nodig is, reinig eerst of gebruik een gecombineerd product.
- Gebruik altijd de juiste materialen voor reiniging en desinfectie (bijvoorbeeld: desinfecteer geen DECT-telefoon met handalcohol).
- Eten en drinken op de werkplek en in de buurt van verzorgingszones is afgeraden. Zorg voor een afgesproken pauze- of keukenruimte voor de werknemers.