Subsidiëring van een dienst voor oppashulp

Werkjaar 2025

De basissubsidie voor het jaar 2025 bedraagt 43.365,90 euro voor private diensten voor oppashulp, en 42.491,99 euro voor openbare diensten voor oppashulp.

Per uur oppashulp dat de dienst in 2025 bovenop de eerste 5000 uur (3000 uur voor een dienst die erkend is voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad) gepresteerd heeft in het werkgebied waarvoor hij erkend is, ontvangt hij een forfaitair bedrag van 2,393 euro.

Werkjaar 2024

De basissubsidie voor het jaar 2024 bedraagt 42.515,59 euro voor private diensten voor oppashulp, en 41.658,81 euro voor openbare diensten voor oppashulp.

Per uur oppashulp dat de dienst in 2024 bovenop de eerste 5000 uur (3000 uur voor een dienst die erkend is voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad) gepresteerd heeft in het werkgebied waarvoor hij erkend is, ontvangt hij een forfaitair bedrag van 2,346 euro.

Diensten voor oppashulp ontvangen jaarlijks een subsidie-enveloppe. Die subsidie-enveloppe bestaat uit:

• een basissubsidie voor de eerste 5000 uur oppashulp die de dienst gepresteerd heeft in de regio waarvoor hij erkend is (voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad is dat voor de eerste 3000 uur);
• een forfaitair bedrag per uur oppashulp, dat de dienst bovenop die eerste 5000 (of 3000) uur gepresteerd heeft in het werkgebied waarvoor hij erkend is (het werkgebied van een dienst kan ruimer zijn dan een regio).

De minister van Welzijn bepaalt jaarlijks per erkende dienst voor oppashulp het maximale aantal uren oppashulp dat in aanmerking kan komen voor subsidiëring door het Departement Zorg. Daarbij houdt die onder meer rekening met de realisatiegraad van de al eerder toegekende uren, en met de spreiding van de gepresteerde uren.

Aan een erkende dienst wordt in het eerste werkjaar van zijn erkenning een urencontingent toegekend van 7000 uur oppashulp. Een dienst kan daarom alleen erkend worden als er voldoende middelen beschikbaar zijn op de begroting om een urencontingent van 7000 uur toe te kennen.

Diensten voor oppashulp die minder dan 5000 uur oppashulp gepresteerd hebben in de regio waarvoor ze erkend zijn (3000 uur voor de diensten die erkend zijn voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad), hebben geen recht op subsidies voor dat jaar. Een dienst die tijdens het eerste jaar dat hij erkend is dat minimale aantal uren oppashulp niet haalt, behoudt echter wel zijn recht op de basissubsidie.

De uitbetaling gebeurt via voorschotten en een saldo.

Voorschotten

Een dienst voor oppashulp ontvangt 90% van de (geschatte) subsidie-enveloppe in de loop van het betrokken jaar. Elk kwartaal wordt er een voorschot uitbetaald van maximaal 22,5% van de beschikbare subsidies.

De voorschotten worden berekend per semester, op basis van het aantal gepresteerde uren oppashulp die in het overeenkomstige semester van het voorafgaande jaar in aanmerking kwamen voor subsidiëring (met als maximum de helft van het urencontingent dat toegekend werd voor dat jaar). Voor de berekening van de voorschotten worden de gegevens over de gepresteerde uren gebruikt die de dienst doorgestuurd heeft naar VO.

Als een dienst tijdens een semester van het voorafgaande jaar minder dan 2.500 uur oppashulp die in aanmerking kwam voor subsidiëring (1.500 uur voor de diensten die erkend zijn voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad), gepresteerd heeft, worden er geen voorschotten toegekend voor de kwartalen van het semester in kwestie.

Het Departement Zorg betaalt alle voorschotten uit voor het einde van de tweede maand van het kwartaal waarop ze betrekking hebben.

Tijdens het eerste jaar dat een dienst in aanmerking komt voor subsidies, worden zijn voorschotten berekend op basis van 90% van het bedrag van de basissubsidie.

Saldo

Het resterende saldo ontvangt de dienst in de loop van het daaropvolgende jaar.

Op basis van de gegevens over de gepresteerde uren oppashulp, die de dienst voor dat werkjaar doorgestuurd heeft naar VO, berekent het Departement Zorg de subsidie-enveloppe waarop de dienst recht heeft. Van dat bedrag worden de eerder uitbetaalde voorschotten afgetrokken. Het resultaat van die berekening is het saldo van de subsidie-enveloppe.

Om in aanmerking te komen voor subsidiëring, moet een erkende dienst voor oppashulp voldoen aan de volgende subsidiëringsvoorwaarden:

• alle erkenningsvoorwaarden naleven die van toepassing zijn op de diensten voor oppashulp;
• de gegevens over de gepresteerde uren oppashulp bezorgen via VO;
• een zelfevaluatie uitvoeren, en jaarlijks vanaf 15 april de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar en het jaarverslag van het afgelopen jaar ter beschikking van het Departement Zorg houden;
• een boekhouding voeren volgens de algemene boekhoudregels die van toepassing zijn op de rechtsvorm van de dienst voor oppashulp, zoals bepaald wordt in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
• jaarlijks zo snel mogelijk, en uiterlijk op 1 oktober, het financiële verslag van het afgelopen jaar aan het Departement Zorg bezorgen.

Woonzorgdecreet

Woonzorgdecreet van 15 februari 2019

Stambesluit of uitvoeringsbesluit

Besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers en bijlage 3. 

Besluit Vlaamse Regering

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.