Infrastructuur

Subsidies voor preventie van agressie, vrijheidsbeperking of -beroving

Het VIPA subsidieert projecten met preventieve infrastructurele maatregelen inzake agressie, vrijheidsbeperking of vrijheidsberoving voor voorzieningen met een relatief grote kans op gevallen van agressie of vrijheidsbeperking of -beroving. Dit omwille van een gebrek aan gepaste, preventieve infrastructurele maatregelen. Deze maatregelen zijn beperkte, maar kwaliteitsvolle en duurzame ingrepen aan de bestaande setting. Ze dragen bij aan het welzijn van de beoogde doelgroep. Het VIPA lanceert regelmatig een oproep om deze subsidies toe te kennen.

Wat?

De door het VIPA subsidiabele maatregelen inzake agressie, vrijheidsbeperking of vrijheidsberovingzijn beperkte, maar kwaliteitsvolle en duurzame ingrepen aan de bestaande setting. Ze dragen bij aan het welzijn van de beoogde doelgroep. Het VIPA lanceert regelmatig een oproep om deze subsidies toe te kennen.

Hieronder vindt u alle oproepen:

  • Projectoproep 5 - 15/10/2024 (indienen vóór 1/02/2025) - de officiële oproepingsbriefpdf bestand401.8kb
  • Projectoproep 4 - 7/07/2023 (verlopen)
  • Projectoproep 3 - 8/09/2020 (verlopen)
  • Projectoproep 2 - 27/03/2020 (verlopen)
  • Projectoproep 1 - 11/12/2018 (verlopen)

Voor wie?

Welke voorzieningen?

Voor voorzieningen met een relatief grote kans op gevallen van agressie of vrijheidsbeperking of -beroving omwille van gebrek aan gepaste, preventieve infrastructurele maatregelen. Voor de berekening van de subsidies baseert het VIPA zich op de specifieke capaciteitseenheid per voorzieningstype. Deze capaciteit betreft altijd zowel de minderjarigen als de meerderjarigen.

Hieronder vindt u een overzicht met de voorzieningstypes die in aanmerking komen voor de subsidies, met daarbij de specifieke capaciteitseenheid per voorzieningstype:

Personen met een handicap (PMH):
  • multifunctionele centra (MFC) voor minderjarige personen met een handicap, voor de ondersteuningsfunctie verblijf en schoolaanvullende en schoolvervangende dagopvang;
  • vergunde zorgaanbieders (VZA): de capaciteit is gebaseerd op een indicatie door de VZA van de capaciteit waarvoor het VAPH aanvaardt dat er zich een risico op agressie stelt. Deze capaciteit is uitgedrukt in het maximaal aantal gebruikers op dagbasis. Zo mogen deelwerkingen (kleinst mogelijke af te grenzen entiteit) waarbij er geen risico op agressie is, niet meetellen in de opgegeven capaciteit. Deze opgegeven capaciteit is begrensd tot maximum 20% van de capaciteit, op basis van de registraties van het VAPH in de geïntegreerde registratietool (GIR) (per gebruiker telt een aanwezigheid van 220 dagen als voltijdse aanwezigheid). Dit is inclusief de registraties van gebruikers die ondersteuning krijgen in een oriëntatie-, diagnose- en behandelingsunits (ODB-unit) of op basis van directe financiering geïnterneerden;
  • forensische units voor geïnterneerden de units voor geïnterneerden die woon- en dagondersteuning aanbieden aan geïnterneerde personen met een handicap;
Jeugdhulp (Opgroeien):
  • observatie- en behandelcentra (OBC) voor de typemodules verblijf 7 dagen per week en verblijf 5 dagen per week;
  • centra voor ernstige gedrags- en emotionele stoornissen (GES+) voor de typemodule verblijf in een voorziening van categorie 8;
  • centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de typemodule gezinsverblijf;
  • onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra (OOOC) voor de typemodule verblijf in het kader van diagnostiek;
  • organisaties voor bijzondere jeugdzorg (OVBJ) voor de typemodules verblijf voor -12-jarigen, verblijf voor +12-jarigen, verblijf voor 0-25-jarigen, veilig verblijf, dagbegeleiding in groep, begeleiding in een kleinschalige wooneenheid, ondersteunende begeleiding voor zover deze niet gekoppeld is aan veilig verblijf;
  • naadloos flexibel traject (NAFT): alleen de afdelingen die minderjarigen op een eigen locatie tijdens de dag kunnen opvangen, waarbij de capaciteit het maximum aantal minderjarigen bedraagt dat tegelijkertijd op een eigen locatie tijdens de dag kan worden opvangen. 
Ziekenhuizen (Departement Zorg):

1. Voor de algemene en psychiatrische ziekenhuizen wordt de capaciteit berekend op basis van het totale aantal (erkende) bedden én plaatsen binnen het ziekenhuis van enkel de volgende kenletters:

  • forensische dienst voor kinder- en jeugdpsychiatrie (forensische K-diensten);
  • dienst neuro-psychiatrie voor kinderen (K-dienst);
  • dienst neuro-psychiatrie voor de observatie en de behandeling van volwassen patiënten (A-dienst), beperkt tot kenletter A;
  • dienst Neuropsychiatrie voor de behandeling van volwassen patiënten (T-dienst), beperkt tot kenletter T;
  • gespecialiseerde dienst voor de behandeling en de revalidatie, beperkt tot kenletter Sp-psychogeriatrie;
  • dienst voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten, beperkt tot kenletter IB (gevolgd door de aanduiding van de betrokken doelgroep). Alleen de Dienst voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten, die gericht is op sterk gedragsgestoorde of agressieve patiënten (IB (SGA-volwassenen)dienst)), komt in aanmerking voor de investeringssubsidie;
  • medium of high risk-behandeleenheid, beperkt tot de eenheid van een psychiatrisch ziekenhuis die in een functioneel samenwerkingsverband een zorgtraject uitbouwt voor geïnterneerde en gedetineerde seksuele plegers met een medium of hoog risico op recidive en met respectievelijk behoefte aan een medium of hoog beveiligingsniveau;

NOOT: voor de berekening van de capaciteit binnen de ziekenhuizen (algemene, psychiatrische, universitaire en revalidatieziekenhuizen) mogen de “buiten gebruik gestelde bedden” (in het kader van art. 107) NIET meegerekend worden. (het aantal buiten gebruik gestelde bedden moet dus in mindering gebracht worden van de capaciteit).

2. Voor de volgende revalidatievoorzieningen wordt de capaciteit berekend op basis van het aantal bedden:

  • residentiële revalidatievoorzieningen voor verslaafden, waarvan het erkenningsnummer begint met nummer 7.73;
  • (semi)residentiële revalidatiecentra voor kinderen en jongeren met een ernstige medisch-psychologische aandoening en de residentiële revalidatiecentra voor minderjarige verslaafden.

3. Functie spoedgevallen (functie Spoed); voor de functie spoed wordt voor de berekening van de capaciteit rekening gehouden met het aantal erkende diensten, niet het aantal bedden die opgesteld staan binnen deze spoeddiensten.

Voorwaarden aanvrager

Voorzieningen voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • ze zijn erkend zijn als zorgaanbieder;
  • ze beschikken over een voldoende lang genotsrecht van 25 jaar.
  • ze hebben geen ongeoorloofde verwantschap, conform het art. 3, 4 en 7 van het BVR subsidiëring van projecten van preventieve infrastructurele maatregelen inzake agressie, vrijheidsbeperking of vrijheidsberoving,). ‘Als de aanvrager en de eigenaar of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een project wordt voorzien, twee verschillende personen zijn, mag er geen ongeoorloofde verwantschap bestaan tussen hen.’

Welke maatregelen?

De maatregelen moeten beperkte, gerichte aanpassingen aan de infrastructuur betreffen ter preventie van agressie. Ze zijn kwaliteitsvol, duurzaam en aangepast aan de doelgroep van de betrokken voorziening. Ze kunnen zowel in bestaande gebouwen als in de buitenomgeving gerealiseerd worden. De maatregelen moeten een sterke en éénduidige vertaling zijn van de werking rond preventie van agressie om vrijheidsbeperking of -beroving zoveel mogelijk te reduceren.

Met het oog op de toekomst zijn de ontwerpen van de maatregelen klimaatvriendelijk.
Bvb.: hout met een FSC-label gebruiken, waterdoorlaatbaarheid bewaken bij aanleg van een tuin, regenwater hergebruiken, …

Er zijn 3 soorten maatregelen:​ 

  1. Maatregelen voor de buiteninrichting

Voor buiteninrichting kan je subsidies aanvragen voor bestaande gebouwen, geplande nieuwbouw en uitbreidingsprojecten.
Uitzondering: voor de functie spoed kan je geen subsidies voor de buiteninrichting aanvragen.

Volgende maatregelen voor buiteninrichting komen in aanmerking:

  • buitenspeel- en sporttoestellen kopen en installeren
    Bvb.: speeltoestellen, trampolines, fitnestoestellen, fitnescircuits, toestellen die zintuigen prikkelen, (zien, voelen en horen), workout-circuits …
  • de inrichting van een groene omgeving waar mensen tot rust kunnen komen door natuurbeleving en waar dit een preventief effect kan hebben op agressie
    Bvb.: een natuurlijke therapeutische tuin (aanplanten van (fruit)bomen/planten, vergroening van de site, …), een natuurlijke site-omsluiting, inrichting van buitenplekken om tot rust te komen,… (een moestuin, natuurlijke terugtrekplekken, blotevoetenpad, waterelementen, schommelelementen, vuurplaatsen, …) 

Wat subsidiëren we niet met deze subsidies?

  • uitrusting: hiervoor is er een aparte forfaitaire subsidie voorzien 
  • algemene buitenaanleg, zoals wegenis, poorten, (site-)omsluitingen, verhardingen voor (dienst)voertuigen en brandweer, parkeerplaatsen, ..;
  • kunstgras, omwille van hittepreventie (hitte-eiland effect), duurzaamheid en welzijn;
  • nieuwe binnenruimte, zoals modulaire bouwunits en overdekkingen;
  • bouwplaatsvoorzieningen (tijdelijke constructies, kranen, containers, ...) en aannemingsmodaliteiten (burgerlijke aansprakelijkheid, plaatsbeschrijvingen, opmaken offertes, ...) naar analogie met de klassieke VIPA-betoelaging.
  1. Maatregelen voor de binneninrichting

Voor de binneninrichting kan je enkel subsidies vragen voor bestaande gebouwen waarvoor geen VIPA-subsidiedossier loopt of gepland is.

Voor geplande nieuwbouw en uitbreidingsprojecten kan je geen subsidies voor de binneninrichting aanvragen. We veronderstellen immers dat je als bouwheer de nodige maatregelen m.b.t. de gebouwen ter preventie van agressie meeneemt in een nieuwbouw- verbouwing of uitbreidingsproject.
Als een uitbreiding, nieuwbouw of een zeer grondige verbouwing nodig is, kan je een beroep doen op de bestaande VIPA-subsidies voor verbouwing of vervangingsnieuwbouw en niet deze gerichte en beperkte subsidiëring.

Volgende maatregelen voor binneninrichting komen in aanmerking:

  • om een prikkelarme omgeving te realiseren
    Bvb.: akoestisch en (dag)lichtcomfort, flexibele of lage wanden, creëren van activiteitenplekken, sfeervolle warme herinrichting ...
  • om een veiligere omgeving te realiseren
    Bvb.: ingrepen voor beter toezicht (vb.: door installatie van (veiligheid)glaspartijen tussen bepaalde ruimtes, de installatie van zorgtechnologie, zoals camera's, alarm- en oproepsystemen, deursystemen (vraag hierbij steeds een advies van de lokale brandweerdienst), een bestaande afzonderingskamer aanpassen met het nodige toezicht en comfort zoals beschreven in de voorwaarden (met uitzondering voor spoed),…
  • om een ouder mee te laten overnachten
    Bvb.: aankoop meubilair, …
  • voor ontspanning, rust en comfort
    Bvb.: realisatie van een stilte ruimte, snoezelruimte, sensory room, comfortrooms (waar men zich vrijwillig in kan terugtrekken en die niet beveiligd kunnen worden) aankoop van (relaxerend) meubilair, installaties die zintuigelijke prikkeling (horen, zien, voelen) stimuleren, die zicht op natuur en groen creëren, aankoop van binnenspel- en sporttoestellen zoals fitnestoestellen, boksballen, pingpongtafels, kickertafels…

Alle infrastructurele ingrepen om deze ruimtes aan te passen (muren, deuren, ramen, technieken, …)

Wat subsidiëren we niet met deze subsidies?

  • uitrusting: hiervoor is er een aparte forfaitaire subsidie voorzien (zie 3. Uitrusting)
  • niet-infrastructurele zorgtechnologie: geen wifi-uitbreidingen, dwaaldetectie, persoonsgebonden alarmsystemen (zoals polsbandjes), …
  • bouwplaats voorzieningen (tijdelijke constructies, kranen, containers,...) en aannemingsmodaliteiten (burgerlijke aansprakelijkheid, plaatsbeschrijvingen, opmaken offertes,...) komen - naar analogie met de klassieke VIPA-betoelaging - niet in aanmerking voor subsidies voor agressie;
  • algemene aanpassingen om bijvoorbeeld een gebouw brandveilig, energiezuinig of toegankelijk te maken zoals rolstoelliften, branddetectiesystemen,..

OPGELET:
Om een veiligere omgeving te realiseren kan (behalve een functie Spoed) een afzonderingskamer heringericht worden op voorwaarde dat:

  • de aanvrager in de visienota aantoont dat hij voldoende preventieve infrastructurele ingrepen heeft genomen of gepland vóór de aanpassing van een bestaande afzonderingskamer, zodat het gebruik van een afzonderingsruimte maximaal wordt vermeden. De aanvrager houdt rekening met de doelgroep waarvoor de ruimte bestemd is, de frequentie waarmee ze gebruikt wordt en de gemiddelde duur van de tijdelijke afzondering;
  • bijkomende afzonderingskamers zijn niet toegestaan. Bestaande afzonderingskamers kunnen wel heringericht worden in een andere ruimte, zodat in het nodige toezicht en comfort voorzien kan worden;
  • er is het nodige toezicht en comfort conform de volgende voorwaarden:
    • de ruimte bevindt zich op een vlot bereikbare plaats die eenvoudig toezicht mogelijk maakt en maximale privacy biedt;
    • de ruimte is goed toegankelijk en heeft een netto-oppervlakte van ten minste 9 m², exclusief de sanitaire voorzieningen;
    • de ruimte heeft bijhorende sanitaire voorzieningen, via een sas of in de onmiddellijke nabijheid van de afzonderingsruimte;
    • de ruimte is uitgerust met een adequaat toezicht- en oproepsysteem en een aangepaste tijdsaanduiding;
    • er is natuurlijke lichtinval;
    • de afwerking en inrichting houden rekening met de veiligheid en het comfort van de gebruikers en het personeel;
    • de materialen zijn robuust en onderhoudsvriendelijk;
    • de verlichting is afgestemd op het geplande gebruik;
    • de ruimte wordt zodanig geconcipieerd dat geur- en geluidsoverlast minimaal zijn;
    • de deur kan naar buiten opendraaien; 
  1. Maatregelen voor de uitrusting van de buiten- en binneninrichting

Zowel voor de buiten- als de binneninrichting is er een forfaitaire subsidie voorzien.
Uitzondering: voor de functie spoed is er geen forfaitaire subsidie voorzien.

Volgende voorbeelden van maatregelen voor de uitrusting van buiten- en binneninrichting komen in aanmerking: sportuitrusting, uitrusting voor dieren, uitrusting voor moestuinonderhoud, losstaande sfeerverlichting, verzwaringsdekens, televisie en media-apparaten, effectwielen, zitzakken, bellenblaasbuizen, glasvezel, trilapparaten, geurverspreiders, geluidsapparatuur, .…

De uitrusting is steeds roerend goed dat je gebruikt voor bepaalde activiteiten en dat je gemakkelijk kan verplaatsen of verhuizen, met uitzondering van meubilair. Meubilair hoort immers bij de inrichting en niet bij uitrusting. Alle kosten voor uitrusting voor de binnen- en buiteninrichting worden geschrapt uit de kostenraming.

De aanvrager moet voor de kostenraming en de betaling van de uitrusting geen offertes of facturen voorleggen. Er is een maximum totaalbedrag voorzien bij de aanvraag en de aanvrager kan dit bedrag eventueel aanpassen bij de betaling, als het lager ligt dan voorzien. Een verhoging van een toegekende subsidie is niet mogelijk.  De aanvrager houdt zelf de facturen of aankoopbewijzen van de aankopen bij en kan deze voorleggen op verzoek van het VIPA.

Hoeveel subsidies?

De investeringssubsidie bedraagt 75% van de kostenraming (excl. BTW) van het project. Het maximale bedrag van de investeringssubsidie per voorziening is als volgt vastgesteld:

  • voor de functie spoed, ongeacht de capaciteit, per eenheid:
    • maximaal 40.000 euro voor 'eerste opvang van spoedgevallen';
    • maximaal 75.000 euro voor 'gespecialiseerde spoedgevallenzorg';
  • voor alle andere voorzieningen en functies:
    • maximaal 228.350 euro voor voorzieningen met een capaciteit van minder dan 50 personen;
    • maximaal 228.350 euro vermeerderd met 2.500 euro per extra plaats voor voorzieningen met een verblijfscapaciteit van 50 personen of meer.


Binnen dit bedrag is (behalve voor de functie Spoed) een forfaitaire subsidie voor de uitrusting voorzien van maximaal 100 euro per capaciteitseenheid en maximaal 25% van de kostenraming van de infrastructurele maatregelen. Een subsidie voor louter uitrusting van de buiten- en binneninrichting is niet mogelijk.

Maximaal 10% onvoorziene kosten maken deel uit van de kostenraming.

De maximale bedragen gelden per voorziening en kunnen gespreid worden over verschillende projecten of verschillende oproepen. Al toegekende of uitbetaalde bedragen worden in mindering gebracht van het totale maximale subsidiebedrag.

Specifieke gevallen:

  • Als een aanvrager over verschillende HCO-nummers beschikt, worden de capaciteiten van die HCO-nummers samen in rekening gebracht om het maximumbedrag van de investeringssubsidie te bepalen. Uitzondering hierop is de functie spoed, waarvoor deze apart wordt berekend.
  • Het maximale bedrag per voorziening wordt maximaal 10% hoger als de voorziening voor de voorgenomen preventieve infrastructurele maatregelen één of meer ontwerpstudies van een onafhankelijk studiebureau kan voorleggen. 
  • De kosten van de BTW subsidieert het VIPA niet.  
  • Als het eindbedrag van de gemaakte kosten bij de uitvoering lager is dan de kostenraming uit de aanvraag, wordt het subsidiebedrag aangepast aan de uiteindelijk gemaakte kosten. Een verhoging van een toegekende subsidie is niet mogelijk als de uiteindelijke gemaakte kosten hoger liggen dan de kostenraming en de maximale 10% onvoorziene kosten samen.
  • U mag deze projectsubsidie combineren met andere subsidies zoals klimaatsubsidies en Natuur in je buurt, maar de subsidies mogen samen niet meer dan 100% van het uiteindelijke subsidiebedrag bedragen, exclusief btw. Deze projectsubsidie is niet combineerbaar met de VIPA-subsidies voor verbouwing, nieuwbouw en uitbreidingsprojecten.
     

Voor de geplande maatregelen van de buiten- en binneninrichting dient de bestemming gedurende 25 jaar behouden te blijven waarvoor je ook over een voldoende lang genotsrecht van 25 jaar beschikt. Dit genotsrecht staat in se los van het genotsrecht dat een voorziening heeft op het gebouw waarin de maatregelen gerealiseerd zijn. Het gevolg van een ongeoorloofde bestemmingswijziging (bv. afbraak/leegstand/aanwending voor commerciële doeleinden) is dat de subsidies worden teruggevorderd.

Hoe aanvragen?

De aanvraag

Na een projectoproep van het VIPA kunt u investeringssubsidies aanvragen. U dient uw aanvraagformulierundefined bestand491.6kb, samen met uw visienotadoc bestand79.3kb, het ondertekende besluit van de Raad van Bestuurdoc bestand75.8kb en de bijhorende bijlagen, digitaal in op preventieagressie.vipa@vlaanderen.be .

NOOT:

  • Sla het aanvraagformulier eerst op op de harde schijf van je computer (bvb.: je bureaublad) voor je het opent.
  • Klik in het document ‘aanvraagformulier’ altijd op 'inhoud inschakelen' om de macro's in het document te doen werken, Vul enkel de gele cellen in.
  • Stuur dit document in een excel-format (geen PDF!) terug naar het VIPA.

Voor de functie spoed hoeft u niet alle rubrieken van het aanvraagformulier en de visienota in te vullen. U vindt hierover alles terug in beide documenten.

Binnen de 2 maanden nadat u uw aanvraag heeft ingediend, ontvangt u van het VIPA een ontvangstbewijs met de vermelding of uw aanvraag al dan niet ontvankelijk is (alle nodige documenten zitten in de aanvraag).

OPGELET:

  • Uw aanvraag en alle bijlagen moeten volledig, correct ingevuld en ondertekend zijn bij het indienen. Aanvragen die niet ontvankelijk zijn, worden niet beoordeeld en kunnen bij een eerstvolgende oproep in herwerkte en vervolledigde vorm opnieuw ingediend worden.
  • Werk uw ontwerp en uw visie doordacht en kwalitatief uit. De beschrijvingen mogen kort en bondig zijn met verwijzingen. Voeg een uitgebreide kostenraming en duidelijke grondplannen bij de aanvraag:
    • er zijn geen afwijkingsmogelijkheden;
    • het bedrag van de investeringssubsidie wordt niet aangepast als blijkt dat de gemaakte kosten hoger zijn dan de kostenraming;
    • aanvragen die onvoldoende kwaliteitsvol zijn, worden negatief beoordeeld.
  • U mag de maatregelen pas uitvoeren na de ontvangst van de beslissing tot toekenning van de investeringssubsidie. 

U kunt deze aanvraag ook gezamenlijk indienen voor een gemeenschappelijk project met verschillende voorzieningen. In dat geval wijst u één van de aanvragers aan als hoofdaanvrager en sluit u onderling een samenwerkingsovereenkomst.

De beoordeling

De beoordelingscommissie, die uit het VIPA en de bevoegde functionele entiteit bestaat, toetst de ontvankelijke aanvragen aan de volgende beoordelingscriteria :

  1. de functionele aspecten: de manier waarop het project past in het beleid en de visie van de aanvrager;
  2. de kwaliteit van het project m.b.t. het preventieve karakter van de voorgestelde maatregelen, de meerwaarde voor de gebruikers en de doelgerichtheid;
  3. de kwaliteit van de uitwerking van het project, onder meer op het vlak van comfort, privacy, veiligheid, huiselijkheid, duurzaamheid, vernieuwend karakter en kostenraming;
  4. de procesmatige aanpak, onder meer op het vlak van gedragenheid van het project, betrokkenheid van gebruikers, multidisciplinaire aanpak en eventuele samenwerkingsverbanden.

Het VIPA en de functioneel bevoegde agentschappen maken samen een advies op, met vermelding van het voorgestelde subsidiebedrag. Hierbij houden ze bij hun beoordeling rekening met de beschikbare begrotingskredieten en maken zo nodig een chronologische rangschikking op, te beginnen met de aanvragen voor de herinrichting van bestaande binneninrichting.

NOOT:

  • aanvragen die door het VIPA als onvoldoende kwaliteitsvol zijn beoordeeld, kunnen bij een eerstvolgende oproep in herwerkte en vervolledigde vorm opnieuw worden ingediend.
  • aanvragen die door de rangschikking ervan niet passen binnen de beschikbare middelen, worden bij een eerstvolgende oproep weer in de hernieuwde rangschikking opgenomen in de chronologische volgorde van de ontvankelijkheid ervan.

De adviseurs van het VIPA en van de functionele entiteiten kunnen nog bijkomende informatie opvragen.

De beslissing

Na advies van de Inspectie van Financiën legt het VIPA het dossier binnen 3 maanden na de ontvankelijkheidsdatum van de aanvraag, voor aan de minister die beslist over de toekenning van de investeringssubsidie.

De realisatietermijn

De aanvrager moet het project binnen 2 jaar nadat hij de beslissing tot toekenning van de investeringssubsidie heeft ontvangen, voltooid hebben. Als het project niet binnen de 2 jaar voltooid is, vervalt deze subsidie.
In geval van overmacht kan de aanvrager, mits gemotiveerd verzoek een verlenging van maximaal 2 jaar aanvragen. De voormelde termijn kan, op gemotiveerd verzoek van de aanvrager, door het Fonds met maximaal 2 jaar worden verlengd in geval van overmacht. Alleen de minister kan een verdere verlenging toestaan.

OPGELET:

Als het project buiteninrichting in combinatie met een VIPA-gesubsidieerd project betreft, dan moet de aanvrager het binnen 1 jaar na de ingebruikname van een VIPA-gesubsidieerd project, realiseren.

De betaling

De uitbetaling van de subsidies kan gebeuren als het VIPA alle facturen van het project heeft ontvangen en dit maximaal 6 maanden na de uiterste realisatiedatum. Het VIPA betaalt de investeringssubsidie in 1 keer uit.

De aanvraag tot uitbetaling bevat de volgende stukken:

  • een overzicht van de gemaakte kosten, met in voorkomend geval een verschil van de effectieve kosten en de kostenraming uit het aanvraagdossier;
  • alle facturen;
  • een verslag, onder meer aan de hand van beeldmateriaal van het gerealiseerde project. 
     

Als het eindbedrag van de gemaakte kosten lager is dan de kostenraming uit de aanvraag, past het VIPA het subsidiebedrag aan de uiteindelijk gemaakte kosten aan.

De zelfevaluatie

De aanvrager maakt een zelfevaluatie van het project vanaf 1 jaar tot maximaal 2 jaar na ingebruikname via een survey:

Regelgeving

Vind alles in de rubriek 'Regelgeving agressie, vrijheidsbeperking of -beroving' op de VIPA-website.

Contact

Heeft u het antwoord niet gevonden of andere bezorgdheden over dit onderwerp mail dan naar preventieagressie.vipa@vlaanderen.be 

Sector(en)
Gehandicaptenzorg
Jeugdhulp
Ziekenhuizen