Infrastructuur

Multifunctioneel bouwen

Multifunctionele infrastructuur vraagt om flexibiliteit in het bouwen en het gebruik van gebouwen, het delen van ruimtes en het samen bouwen.

Waarom?

De bevolkingstoename en de vergroening, verkleuring en verzilvering zorgen ervoor dat wat vandaag aan infrastructuur nodig is voor bepaalde doelgroepen, binnen 10 jaar mogelijk overbodig is.  Dit vraagt om flexibiliteit in het bouwen en het gebruik van gebouwen. 

Wat?

Multifunctionele infrastructuur valt uiteen in:

  • Aanpasbaarheid: een gebouw gezet voor één bepaalde functie kan achtereenvolgens gebruikt worden voor andere functies, zonder ingrijpende fysieke aanpassingen.  Voorbeeld: woonzorgcentrum dat wordt verbouwd tot voorziening voor personen met een beperking;
  • Multi-inzetbaarheid: een gebouw waarin één ruimte afwisselend door verschillende functies/organisaties gebruikt wordt. Voorbeeld: voorziening voor personen met een beperking waarvan sportinfrastructuur ook door buurt wordt gebruikt;
  • Combineerbaarheid: een gebouw waarin tegelijk meerdere verschillende functies opgenomen zijn. Voorbeeld: een woonzorgcentrum en een kinderdagverblijf.

Welke voordelen?

Voordelen van multifunctionele infrastructuur

  • Ruimte efficiënt: meerdere functies in één gebouw i.p.v. per functie een apart gebouw;
  • Kostenefficiënt: door meer functies in één gebouw bespaart een bestuur op bouw- en projectkosten, zoals minder oppervlakte gebouwd, 1 projectcoördinator, 1 architect, 1 aannemer,... ;
  • Tijdsefficiënt: bestaande flexibele infrastructuur maakt snellere omschakeling mogelijk dan realisatie van nieuwe;
  • Milieu efficiënt: een multifunctioneel gebouw beperkt de milieulast van afbraak tot heropbouw;
  • Financiële meerwaarde: een gebouw dat multifunctioneel is gebouwd, biedt meer toekomstmogelijkheden en heeft dus ook een hogere restwaarde dan een monofunctioneel gebouw.

Wat doet VIPA?

Het VIPA faciliteert dit door:

  • rond concrete projecten de relevante actoren samen te brengen
  • af te wijken van infrastructuurregelgeving waar het kan en verantwoord is
  • de minister van welzijn te adviseren om infrastructuurregelgeving aan te passen waar dit zinvol is
Sector(en)
Eerste lijn
Geestelijke Gezondheidszorg
Gehandicaptenzorg
Jeugdhulp
Kinderopvang
Residentiële ouderenzorg
Revalidatie
Thuiszorg
Welzijnsvoorzieningen
Woonzorg
Ziekenhuizen