Wat zijn hormoonverstoorders?
Hormoonverstoorders zijn stoffen die niet door het menselijk lichaam aangemaakt worden en een negatief effect op onze hormonen hebben. Hoe komt dat?
Ons lichaam wordt voor een groot deel gestuurd door onze hormonen. Die stoffen maakt ons lichaam zelf aan, en ze bepalen onder andere onze hartslag, groei en voortplanting.
Sommige stoffen van buiten ons lichaam kunnen, wanneer we ze inademen, opeten enzovoort, de werking van onze hormonen beïnvloeden en onze gezondheid verstoren. Ze veroorzaken bijvoorbeeld problemen met de vruchtbaarheid, sturen de groeihormonen in de war, of vergroten de kans op kanker. Die stoffen noemen we hormoonverstoorders.
Dat zijn niet enkel kunststoffen: ook sommige natuurlijke stoffen kunnen een negatief effect op onze hormonen hebben.
Hormoonverstoorders kunnen ons lichaam op verschillende manieren beïnvloeden. Ze veroorzaken bijvoorbeeld veranderingen in:
- de morfologie: de bouw en de vorm van organen, cellen …
- de fysiologie: de normale levensprocessen van mensen, dieren en planten
- de groei
- de ontwikkeling: het volwassen worden van de hersenen, de puberteit …
- de voortplanting: vruchtbaarheidsproblemen, problemen bij de ontwikkeling van ongeboren baby’s …
- het immuunsysteem: immunodeficiëntie, auto-immuunziekte …
- de levensduur
Zijn hormoonverstoorders altijd gevaarlijk?
Nee. Sommige stoffen reageren wel met het hormoonstelsel, maar veroorzaken geen negatieve effecten. Dat noemen we stoffen met een hormonale werking. Soms zijn er wel aanwijzingen dat een stof een hormoonverstorend effect heeft, maar is dat nog niet bewezen. Dan spreken we van een potentiële hormoonverstoorder.
Als je met een hormoonverstoorder in contact komt, betekent dat niet automatisch dat je ziek zult worden. Wanneer je lange tijd regelmatig wordt blootgesteld aan hormoonverstoorders, kun je wel een hoger risico hebben op bepaalde ziektes of problemen. Met heel wat kleine aanpassingen kun je ervoor zorgen dat je minder in contact komt met hormoonverstoorders.
Hormoonverstoorders zijn trouwens niet de enige factor die ervoor kunnen zorgen dat je een hoger risico hebt op bepaalde ziektes. Spelen ook een rol:
- genetische factoren: heb je ‘aanleg’ voor een bepaalde ziekte
- omgevingsfactoren: is er verontreiniging in je omgeving?
- je levensstijl: wat eet je, hoeveel beweeg je, rook je …?
- …