Leptospirose
Leptospirose is een zoönose met ratten als reservoir. Andere benamingen voor leptospirose zijn ziekte van Weil, melkerskoorts, modderkoorts, Canicola fever, Hemorrhagic jaundice, Mud fever of Swineherd disease (zwijnenhoeders). De ernst van leptospirose kan variëren van subklinisch of griepachtige klachten tot levensbedreigende of dodelijke vormen. Ongeveer 10% van de leptospirosen heeft een ernstig beloop.
- Vaccinatie
- Geen vaccinatie beschikbaar
- Basisvaccinatieschema
- Geen onderdeel van het basisvaccinatieschema
Over leptospirose
Symptomen
De ernst van de symptomen kan variëren van griepachtige klachten tot levensbedreigende of dodelijke vormen. Symptomen zijn plotseling hoofdpijn, hoorts, spier-gewrichtspijnen, misselijkheid en braken. In de ernstige gevallen kan de ziekte leiden tot afwijkingen van de functie van de lever en de nieren of kan een hersenvliesontsteking ontstaan.
Verspreiding
Vooral muizen en ratten zijn een bekend bron van leptospirose, maar ook runderen kunnen een bron zijn. De verspreiding gebeurt via de urine van de gastheer (muis, rat, runderen) en kan zo de omgeving besmetten. De mens kan besmet worden door in contact te komen met de urine van de gastheer of zwemmen in buitenwaters waarin ratten leven. Zwemmen in besmet lauw stilstaand oppervlaktewater is de grootste risicobron voor de mensen.
Behandeling
Leptospirose moet zo snel mogelijk behandeld worden. Bij ernstige klachten is een behandeling met antibiotica aangewezen en kan een ziekenhuisopname nodig zijn.
Preventietips
In België is er geen vaccin voor mensen beschikbaar.
Preventie bij de mens is vooral gericht op het voorkómen van contact met besmette dieren en de besmette omgeving, bijvoorbeeld door het dragen van rubberlaarzen en handschoenen door werkers in besmette terreinen, het (waterdicht) afdekken van wonden of huidbeschadigingen bij activiteiten met intensief contact met water en modder (zoals zwemmen in oppervlaktewater, schoonmaken van sloten en vijvers, tuinieren).
Informatie voor zorgprofessionals
Samenvatting
Verwekker: Bacterie Leptospira, verschillende serovars
Incubatieperiode: 2-30 dagen (meestal 7-12 dagen)
Besmettingsweg: Door wondjes of slijmvliezen van mond, neus of ogen, mogelijk door water verweekte huid, naar bloed en organen
Besmettelijke periode: Gedurende uitscheiding via urine
Symptomen: Merendeel van de infecties verloopt asymptomatisch of mild. Plotseling opzettende (doorgaans hevige) hoofdpijn, koorts, spier- en gewrichtspijnen, overgevoeligheid voor licht, misselijkheid en braken, verminderde urineproductie
Waarom melden: Bronopsporing bij individuele gevallen en vooral bij clusters, contactopsporing.
Richtlijnen
Criteria
Klinische criteria |
|
---|---|
Epidemiologische criteria | Minstens één van de volgende:
|
Criteria voor laboratoriumconfirmatie | Waarschijnlijk labocriterium
|
Gevalsdefinitie
Waarschijnlijk |
|
---|---|
Bevestigd |
|